1. MWB
  2. Vertalen
  3. mompelen (NL>FR)
Vertaal
Naar andere talen: • mompelen > DE • mompelen > EN • mompelen > ES
Vertalingen mompelen NL>FR

mompelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈmɔmpələ(n)]
Verbuigingen:  mompelde (verl.tijd ) heeft gemompeld (volt.deelw.)

onduidelijk praten met je mond bijna dicht - marmonner
Als je zo zit te mompelen, versta ik je niet. - Quand tu marmonnes comme ça, je ne te comprends pas.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
mompelen (ww.) bougonner (ww.) ; chuinter (ww.) ; grommeler (ww.) ; marmonner (ww.) ; marmotter (ww.) ; murmurer (ww.) ; murmurer entre ses dents (ww.) ; parler entre ses dents (ww.) ; ronchonner (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `mompelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: brommen
NL: fluisteren
NL: mommelen
NL: morren
NL: mummelen
NL: murmelen
NL: murmeren
NL: prevelen
NL: ruisen