Vertalingen mompelen NL>DE
mompelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈmɔmpələ(n)] |
Verbuigingen: | mompelde (verl.tijd ) heeft gemompeld (volt.deelw.) |
onduidelijk praten met je mond bijna dicht -
murmeln , nuscheln Als je zo zit te mompelen, versta ik je niet. - Wenn du so nuschelst, verstehe ich dich nicht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
mompelen (ww.) | brabbeln (ww.) ; lispeln (ww.) ; murmeln (ww.) |
mompelen (werkw.) | murmeln |
mompelen | nuscheln |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `mompelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brommenNL: fluisterenNL: mommelenNL: morrenNL: mummelenNL: murmelenNL: murmerenNL: prevelenNL: ruisen