Vertaal
Naar andere talen: • prevelen > DEprevelen > ENprevelen > ES
Vertalingen prevelen NL>FR
prevelen (ww.) bougonner (ww.) ; chuinter (ww.) ; marmonner (ww.) ; marmotter (ww.) ; murmurer (ww.) ; ronchonner (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `prevelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: lispelen
NL: mompelen