Vertalingen fluisteren NL>FR
fluisteren
werkw.
Uitspraak: | [ˈflœystərə(n)] |
Verbuigingen: | fluisterde (verl.tijd ) heeft gefluisterd (volt.deelw.) |
heel zachtjes praten, zonder je stembanden te laten trillen -
chuchoter een geheimpje in iemands oor fluisteren - chuchoter un secret à l'oreille de quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fluisteren (ww.) | chuchoter (ww.) ; faire des messages basses (ww.) ; gazouiller (ww.) ; murmurer (ww.) ; souffler (ww.) ; susurrer (ww.) ; zézayer (ww.) ; zozoter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fluisteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ademenNL: lispelenNL: pratenNL: rondvertellenNL: sissenNL: smiespelenNL: smoezen