Vertalingen leggen NL>FR
leggen
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɛxə(n)] |
Verbuigingen: | legde (verl.tijd ) heeft gelegd (volt.deelw.) |
1) zorgen dat iets ergens ligt, of plaatsen -
mettre , poser , placer Leg de krant maar op tafel. - Mets le journal sur la table, si tu veux. tegels leggen - carreler |
2) (van dieren) (een ei) uit het lichaam laten komen -
pondre Tijdens de rui leggen ze helemaal niet. - Quand elles muent, elles ne pondent pas du tout. Een schildpad legt honderden eieren. - Une tortue pond des centaines d'oeufs. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
leggen (ww.) | coucher (ww.) ; garder (ww.) ; installer (ww.) ; mettre (ww.) ; placer (ww.) ; planter (ww.) ; poser (ww.) ; poser qch (ww.) ; ranger (ww.) ; situer (ww.) ; stationner (ww.) |
leggen | assurer ; créer ; pondre ; ponte |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `leggen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrengenNL: aanleggenNL: deponerenNL: geplaatstNL: neerleggenNL: neerzettenNL: ophouden metNL: plaatsenNL: stationerenNL: wegleggenUitdrukkingen en gezegdes
NL: eieren
leggen
FR: pondre (des oeufs)NL: de grondslagen
leggen
FR: jeter les basesNL: het
leggen
FR: la mise, la pose