Vertaal
Naar andere talen: • leggen > DEleggen > ENleggen > FR
Vertalingen leggen NL>ES

leggen

werkw.
Uitspraak:  [ˈlɛxə(n)]
Verbuigingen:  legde (verl.tijd ) heeft gelegd (volt.deelw.)

1) zorgen dat iets ergens ligt, of plaatsen - poner
Leg de krant maar op tafel. - Pon el diario en la mesa.
tegels leggen - azulejar

2) (van dieren) (een ei) uit het lichaam laten komen - poner
Tijdens de rui leggen ze helemaal niet. - Durante la muda no ponen huevos.
Een schildpad legt honderden eieren. - Una tortuga pone centenares de huevos.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
leggen (ww.) acostar (ww.) ; aplicar (ww.) ; colocar (ww.) ; deponer (ww.) ; depositar (ww.) ; depositar sobre (ww.) ; derribar (ww.) ; destinar (ww.) ; estacionar (ww.) ; meter (ww.) ; mover (ww.) ; poner (ww.) ; publicar (ww.) ; situar (ww.)
leggen poner ; puesta
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `leggen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbrengen
NL: aanleggen
NL: deponeren
NL: geplaatst
NL: neerleggen
NL: neerzetten
NL: ophouden met
NL: plaatsen
NL: stationeren
NL: wegleggen