Vertalingen klein NL>FR
klein
bijv.naamw.
1) als de afmetingen van iets of iemand minder zijn dan meestal of dan gewenst -
petit/-ite Ik ben klein voor mijn leeftijd. - Je suis petit par rapport à mon âge. een kleine auto - une petite voiture Die broek is te klein. - Ce pantalon est trop petit. |
2) jong -
jeune kleine kinderen hebben - avoir de jeunes enfants Zij zijn te klein voor die film. - Ils sont trop jeunes pour voir ce film. |
3) gering in aantal, hoeveelheid of aanzien -
petit/-ite een klein beetje suiker in de thee - un petit peu de sucre dans le thé Ik kan je dit voor een klein prijsje verkopen. - Je peux vous laisser cela pour un petit prix. |
een klein... (=iets minder dan...) - un peu moins de...
We kennen elkaar nu een klein jaar. - Nous nous connaissons maintenant depuis un peu moins d'un an.
|
een kleine eter (=iemand die niet veel eet) - un petit mangeur
|
de kleine man (=mensen met een laag inkomen) - les petites gens
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klein | petit ; court ; faible ; infime ; léger ; mince ; minuscule |
Bronnen: Omegawiki.org; ICT-Woordenboek; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `klein`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beperktNL: in geringe mateNL: jongNL: kortNL: minNL: nietigNL: ondermaatsNL: petiteNL: popperigNL: van geringe afmetingUitdrukkingen en gezegdes
NL: dat is
klein van hem
FR: c'est petit à luiNL: klein gezelschap
FR: société (la) peu nombreuseNL: kleine letter
FR: minuscule (la)NL: uiterst
klein
FR: microscopiqueNL: klein wonen
FR: être logé à l'étroitNL: in het
klein
FR: en petit, en miniatureNL: in het
klein verkopen
FR: vendre en détail