Vertalingen klein NL>ES
klein
bijv.naamw.
1) als de afmetingen van iets of iemand minder zijn dan meestal of dan gewenst -
pequeño/-ña Ik ben klein voor mijn leeftijd. - Yo soy pequeño para mi edad. een kleine auto - un coche pequeño Die broek is te klein. - Ese pantalón me queda corto. |
2) jong -
pequeño/-ña kleine kinderen hebben - tener hijos pequeños Zij zijn te klein voor die film. - Ellos son demasiado pequeños para esa película. |
3) gering in aantal, hoeveelheid of aanzien -
poco/-ca een klein beetje suiker in de thee - un poco de azúcar en el té Ik kan je dit voor een klein prijsje verkopen. - Puedo vendértelo a bajo precio. |
een klein... (=iets minder dan...) - menos de..
We kennen elkaar nu een klein jaar. - Ahora ya nos conocemos menos de un año.
|
een kleine eter (=iemand die niet veel eet) - de poco comer
|
de kleine man (=mensen met een laag inkomen) - el pequeño hombre
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
klein | bajito ; bajo ; chico ; en escasa medida ; escaso ; menor ; poco ; corto ; diminuto ; la minúscula (v) ; minúsculo ; pequeñito ; pequeño |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia; Engoi Woordenschatoefeningen
Voorbeeldzinnen met `klein`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beperktNL: in geringe mateNL: jongNL: kortNL: minNL: nietigNL: ondermaatsNL: petiteNL: popperigNL: van geringe afmeting