Vertalingen kort NL>FR
kort
bijv.naamw.
1) met een lengte of een duur die niet lang is -
court/courte kort haar - cheveux courts een kort verslag - un bref rapport De pijn duurde maar kort. - La douleur n'a duré que brièvement / peu de temps. |
2) deel van de uitdrukking: -
te kort doen (=(iemand) niet geven wat hij of zij verdient) - léser
|
3) deel van de uitdrukking: -
te kort komen (=niet genoeg hebben (van iets)) - manquer de
Ik kom vijf euro te kort. - Il me manque cinq euros.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kort | bref ; brièvement ; concis ; d'une façon concise ; récapitulé ; résumé ; sommaire ; sommairement ; succinct ; succinctement ; peu de temps ; birèvement ; bref ; court ; petit |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `kort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beknoptNL: bondigNL: eventjesNL: gedrongenNL: neuswarmertjeUitdrukkingen en gezegdes
NL: aan het
kortste eind trekken
FR: avoir le dessousNL: kort geding
FR: référé (le)NL: korte tijd
FR: peu de tempsNL: kort en bondige stijl
FR: style (le) concisNL: korter maken
FR: raccourcirNL: op
korte termijn
FR: dans des délais rapprochésNL: kort daarna
FR: peu aprèsNL: kort geleden
FR: il y a peu de temps, dernièrementNL: kort te voren
FR: peu avantNL: binnen
kort
FR: sous peu, d'ici peuNL: in het
kort
FR: brièvementNL: nieuws in het
kort
FR: flash (le) (d'information)NL: kort en goed zeggen
FR: dire tout net, dire carrémentNL: te
kort doen (aan)
FR: déroger à (son rang, etc.)NL: Iemand te
kort doen in
FR: faire tort à quelqu'un de ...NL: zich te
kort doen
FR: se faire tort (de qc)NL: Iemand
kort houden
FR: