Vertaal
Naar andere talen: • gieren > DEgieren > ENgieren > ES
Vertalingen gieren NL>FR
[ˈxirə(n)]
[vvt: heeft gegierd]

1 een hoog fluitend geluid maken - siffler

  `met gierende remmen door de bocht gaan`
  prendre le virage avec un crissement de freins

  `De wind giert om het huis.`
  Le vent hurle autour de la maison.



2 ( zich bescheuren) heel erg en hard lachen - hurler (de rire) - se tordre (de rire)

  `We gierden om de grappen van de komiek.`
  Les plaisanteries du comique nous faisaient hurler.

  `gieren van het lachen`
  hurler de rire


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gieren (ww.) engraisser (ww.) ; épandre du lisier (ww.) ; fertiliser (ww.)
gieren embarder ; faire des lacets ; purinage ; rôder sur son ancre ; sirènement
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `gieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bulderen
NL: fluiten
NL: hard lachen
NL: het land gieren
NL: joelen
NL: lachen
NL: loeien
NL: schateren
NL: zich bescheuren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het is om te gieren FR: c'est à  se tordre
NL: het gieren FR: le sifflement (du vent)