Vertaal
Naar andere talen: • druppelen > DEdruppelen > ENdruppelen > ES
Vertalingen druppelen NL>FR
druppelen (ww.) couler (ww.) ; dégouliner (ww.) ; dégoutter (ww.) ; goutter (ww.) ; ruisseler (ww.) ; s'égoutter (ww.) ; suinter (ww.) ; transpirer (ww.)
druppelen égoutture
Bronnen: interglot; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `druppelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afdruipen
NL: droppelen
NL: droppen
NL: druipen
NL: druppen
NL: sijpelen
NL: uitdruppelen