Vertaal
Naar andere talen: • binden > DEbinden > ENbinden > ES
Vertalingen binden NL>FR

binden

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɪndə(n)]
Verbuigingen:  bond (verl.tijd ) heeft gebonden (volt.deelw.)

1) erom heen doen en vastmaken - attacher
een touw om een paal binden - attacher une corde autour d'un poteau

2) (vloeistof) dikker maken - lier
gebonden sauzen en soepen - sauces et potages liés

3) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking gebonden zijn aan

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
binden (ww.) ficeler (ww.) ; saisir (ww.) ; relier (ww.) ; prendre (ww.) ; passer les menottes (ww.) ; nouer (ww.) ; ligoter (ww.) ; lier (ww.) ; joindre (ww.) ; garrotter (ww.) ; fixer (ww.) ; enchaîner (ww.) ; captiver (ww.) ; bâillonner (ww.) ; attacher (ww.)
binden brocher ; reliure ; relier ; prise ; lier ; liage ; engager
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `binden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bevestigen
NL: boeien
NL: boekbinden
NL: bundelen
NL: inbinden
NL: ketenen
NL: kluisteren
NL: knevelen
NL: knopen
NL: strikken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: een boek binden FR: relier un livre
NL: op het hart binden FR: recommander vivement