Vertalingen bijwerken NL>FR
bijwerken (ww.) | revitaliser (ww.) ; retoucher (ww.) ; retaper (ww.) ; renouveler (ww.) ; renouer (ww.) ; perfectionner (ww.) ; parachever (ww.) ; aller mieux (ww.) ; actualiser (ww.) |
het bijwerken | la mise à jour |
bijwerken | actualisé ; retoucher ; regraver ; ragréer ; raccorder ; raccord ; préparation complémentaire ; mise à jour d'un thésaurus ; mise à jour ; mettre à jour |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bijwerken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: actualiserenNL: afwerkenNL: beterenNL: bijspijkerenNL: corrigerenNL: goedmakenNL: herstellenNL: herzienNL: namakenNL: nawerken