Vertalingen bijspijkeren NL>FR
bijspijkeren (ww.) | compenser (ww.) ; faire rattraper (ww.) ; faire récupérer (ww.) ; réparer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `bijspijkeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bijwerkenNL: goedmakenNL: inhalen