Vertalingen aanbinden NL>FR
| aanbinden (ww.) | commencer (ww.) ; débuter (ww.) ; démarrer (ww.) ; entamer (ww.) |
| aanbinden | engager |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `aanbinden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhechtenNL: aanknopenNL: beginnenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de kat de bel
aanbinden
FR: attacher le grelotNL: de strijd
aanbinden
FR: engager le combat