Vertalingen Komen NL>FR
[ˈkomə(n)] [vvt: is gekomen]1 een plaats bereiken - venir - arriver
`Je komt op het juiste moment.`
Tu arrives au bon moment.
`op bezoek komen`
venir en visite
`De buurman kwam ons vertellen dat hij gaat verhuizen.`
Le voisin est venu nous dire qu'il va déménager.
2 in genoemde omstandigheid komen - venir - se retrouver
`We kwamen onderweg zonder benzine te staan.`
En cours de route, nous nous sommes retrouvés sans essence / en panne sèche
`komen te overlijden`
venir à mourir
`Dat komt wel in orde.`
Cela va s'arranger sans doute.
3
Daar komt niets van in!
dat zal niet gebeuren - Il n'en est pas question!
4
Hoe kom je erbij?
wat een raar idee heb je - Qu'est-ce tu vas t'imaginer?
`Hoe kom je erbij dat ik niet zou willen meewerken.`
Je refuserais de collaborer? Qu'est-ce tu vas t'imaginer!
5
achter iets komen
iets ontdekken - apprendre/découvrir quelque chose
`Ik ben erachter gekomen dat hij me bedriegt met een andere vrouw.`
J'ai découvert qu'il me trompe avec une autre femme.
6
komen op
je herinneren - se souvenir de
`Ik kan niet op zijn naam komen.`
je ne me souviens pas de son nom.
7
komen uit
afkomstig zijn uit - provenir de
`Die wijn komt uit Frankrijk.`
Ce vin provient de France.
8
komen van/door
veroorzaakt worden door - être à cause de / être causé par
`Ik heb paarse handen. Dat komt van/door de kou.`
J'ai les mains violettes. C'est à cause du froid.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
komen (znw.) | arrivée (v) |
komen (ww.) | venir (ww.) |
komen | arriver ; Comines ; entrer ; provenir |
Bronnen: interglot; Europakinderhulp; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Komen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbrekenNL: aankomenNL: arriverenUitdrukkingen en gezegdes
NL: kom!
FR: voyons!NL: ik kom al!
FR: j'y vais!NL: kom, kom!
FR: allons (donc)NL: kom je?
FR: viendras-tu?NL: kom hier
FR: amène-toi iciNL: er zijn soldaten ge
komen
FR: il est arrivé des soldatsNL: er komt regen
FR: il y aura de la pluie, nous aurons de la pluieNL: hij komt er wel
FR: il trouvera son cheminNL: komen te sterven
FR: venir à mourirNL: laten
komen
FR: faire venirNL: op hoeveel komt dat?
FR: à combien est-ce que cela revient?NL: hoe komt het, dat ...?
FR: comment se fait-il que? (met subj.)NL: dat komt, doordat
FR: c'est queNL: het zal nog zover
komen, dat wij ...
FR: nous en viendrons encore à NL: aan water
komen
FR: se procurer de l'eauNL: hij moet bij de baas
komen
FR: il doit venir auprès du patronNL: dichter bij iets
komen
FR: s'approcher de qcNL: mag (kan) ik bij jullie
komen?
FR: je peux venir avec vous?NL: goed bij iets
komen
FR: bien aller avecNL: boven
komen
FR: monterNL: daarmee kom je niet veel verder
FR: cela ne vous avance guèreNL: daar komt niets van in!
FR: