Vertalingen aanbinden NL>EN
aanbinden (ww.) | to begin ; to enter into ; to start ; to take on |
aanbinden | commence ; fasten ; moor ; tie ; tie on |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `aanbinden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhechtenNL: aanknopenNL: beginnenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de strijd
aanbinden met
EN: join issue withNL: de strijd
aanbinden tegen
EN: fight (corruption)NL: kort aangebonden
EN: short-tempered, touchy