Vertalingen uitlopen NL>FR
uitlopen (ww.) | germer (ww.) ; pousser (ww.) |
uitlopen | décélération en roue libre ; émergence ; étalement ; germination ; marche sur l'erre ; parcours sur l'erre ; pousser ; rejeter ; tallage ; taller |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitlopen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbelandenNL: aankomenNL: aanlandenNL: aflopenNL: arriverenNL: bottenNL: eindigenNL: gerenNL: langer durenNL: ontspringenUitdrukkingen en gezegdes
NL: uitlopen op
FR: aboutir à NL: het
uitlopen
FR: les sorties (v mv) continuelles