Vertalingen sneuvelen NL>FR
sneuvelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈsnøvələ(n)] |
Verbuigingen: | sneuvelde (verl.tijd ) is gesneuveld (volt.deelw.) |
1) doodgaan in een strijd -
mourir à la guerre Er zijn honderden soldaten gesneuveld bij de aanval op de stad. - Des centaines de soldats sont morts lors de l'assaut de la ville. |
2) kapotgaan of verdwijnen -
se casser , se briser Mijn glazen vaas is gesneuveld. - Mon vase de verre s'est brisé. Het extreme weer doet alle records sneuvelen. - Cette météo extrême fait exploser tous les records. Bij de fusie van die bedrijven zullen honderd banen sneuvelen. - Lors de la fusion de ces entreprises des centaines d'emplois vont passer à la trappe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sneuvelen (ww.) | abdiquer (ww.) ; agoniser (ww.) ; crever (ww.) ; décéder (ww.) ; être tué (ww.) ; être tué au combat (ww.) ; mourir (ww.) ; partir (ww.) ; périr (ww.) ; se briser (ww.) ; se casser (ww.) ; se détraquer (ww.) ; trépasser (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `sneuvelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezwijkenNL: brekenNL: doodgaanNL: heengaanNL: in de oorlog omkomenNL: inslapenNL: kapot gaanNL: kapotgaanNL: omkomenNL: overlijden