Vertaal
Naar andere talen: • ophouden > DEophouden > ENophouden > ES
Vertalingen ophouden NL>FR

I ophouden

werkw.
Uitspraak:  ɔphɑudə(n)]
Verbuigingen:  hield op (verl.tijd )

1) niet doorgaan - s'arrêter , cesser
Verbuigingen:  is opgehouden (volt.deelw.)
ophouden met roken - s'arrêter de fumer

2) zorgen dat iets of iemand vertraging oploopt - retenir , retarder
Verbuigingen:  heeft opgehouden (volt.deelw.)
Ik zal u niet langer ophouden. - Je ne vais pas vous retenir plus longtemps.
je plas moeilijk kunnen ophouden - avoir des problèmes à retenir son besoin de faire pipi


II zich ophouden

reflexief werkw.
Uitspraak:  ɔphɑudə(n)]
Verbuigingen:  hield zich op (verl.tijd ) heeft zich opgehouden (volt.deelw.)

ergens zijn;
zich bevinden
- se tenir , se trouver
De zakkenrollers houden zich vooral op bij de roltrappen. - Les pickpockets se tiennent surtout près des escalators.
[ˈɔphɑudə(n)]
[past: hield op]

1 is opgehouden ( stoppen) niet doorgaan - s'arrêter - cesser

  `ophouden met roken`
  s'arrêter de fumer



2 heeft opgehouden ( tegenhouden) zorgen dat iets of iemand vertraging oploopt - retenir - retarder

  `Ik zal u niet langer ophouden.`
  Je ne vais pas vous retenir plus longtemps.

  `je plas moeilijk kunnen ophouden`
  avoir des problèmes à retenir son besoin de faire pipi



3 heeft opgehouden

  de schijn ophouden
proberen iets beter te laten lijken dan het is - garder les apparences


© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ophouden (ww.) maintenir (ww.) ; terminer (ww.) ; temporiser (ww.) ; suspendre (ww.) ; stopper (ww.) ; soutenir (ww.) ; se terminer (ww.) ; s'achever (ww.) ; retarder (ww.) ; relever (ww.) ; ralentir (ww.) ; prendre fin (ww.) ; parachever (ww.) ; mourir (ww.) ; limiter (ww.) ; laisser (ww.) ; interrompre (ww.) ; finir (ww.) ; fin (ww.) ; couper (ww.) ; conclure (ww.) ; cesser (ww.) ; casser (ww.) ; bloquer (ww.) ; attarder (ww.) ; achever (ww.) ; abandonner (ww.)
ophouden s'arrêter
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `ophouden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanbelanden
NL: aankomen
NL: aanlanden
NL: afhaken
NL: aflaten
NL: aflopen
NL: afnokken
NL: afsluiten
NL: afsterven
NL: afvallen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: ik houd u maar op FR: j'abuse de vos instants
NL: ik zal u niet langer ophouden FR: je ne vous retiendrai plus
NL: houdt op! FR: arrêtez!, finissez!