Vertalingen gelegenheid NL>FR
de gelegenheid
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [xəˈlexənhɛit] |
| Verbuigingen: | -heden (meerv.) |
1) (gunstig) moment -
occasion (la ~), opportunité (la ~) van de gelegenheid gebruik maken - saisir l'occasion de gelegenheid aangrijpen/benutten/te baat nemen - saisir / sauter sur / profiter de l'occasion |
de eerste de beste gelegenheid (=zodra er een goed moment voor is) - la première occasion
|
De gelegenheid maakt de dief. (=als je je spullen niet goed bewaakt, kan iemand ze makkelijk stelen) - L'occasion fait le larron.
|
2) bijzondere omstandigheid -
occasion (la ~) | voor de gelegenheid een mooie jurk aandoen - mettre une belle robe pour l'occasion. |
3) openbare plek waar je iets kunt doen of kunt nuttigen -
bistrot (le ~) | Bij een gelegenheid in het bos hebben we wat gedronken. - Nous avons bu un verre dans un bistrot dans la forêt. |
4) deel van de uitdrukking: -
op eigen gelegenheid reizen (=met een eigen vervoermiddel reizen) - faire le voyage avec son propre moyen de transport.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de gelegenheid (v) | aptitude (v) ; chance (v) ; occasion (v) |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `gelegenheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanleidingNL: barNL: evenementNL: gebeurtenisNL: gevalNL: kansNL: mogelijkheidNL: omstandigheidNL: plaatsUitdrukkingen en gezegdes
NL: bij
gelegenheid
FR: à l'occasion, le cas échéant, si l'occasion se présenteNL: bij elke
gelegenheid
FR: en toute occasion, à tout proposNL: hem in de
gelegenheid stellen om
FR: lui fournir l'occasion deNL: de
gelegenheid maakt de dief
FR: l'occasion fait le larronNL: er is geen
gelegenheid om
FR: il n'y a pas moyen deNL: in de
gelegenheid zijn om
FR: être en mesure deNL: de goede
gelegenheid voorbij laten gaan
FR: manquer le coche