Vertaal
Naar andere talen: • fiksen > DEfiksen > ENfiksen > ES
Vertalingen fiksen NL>FR
fiksen (ww.) achever (ww.) ; arranger (ww.) ; finir (ww.) ; parvenir (ww.) ; pistonner (ww.) ; raccommoder (ww.) ; reconstituer (ww.) ; renouveler (ww.) ; restaurer (ww.) ; s'achever (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fiksen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: flikken
NL: goedmaken
NL: herstellen
NL: klaarspelen
NL: maken
NL: rechtzetten
NL: repareren
NL: voor elkaar krijgen