Vertalingen afgaan NL>FR
afgaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfxan] |
Verbuigingen: | ging af (verl.tijd ) is afgegaan (volt.deelw.) |
1) gaan werken -
se déclencher De wekker gaat 's morgens om half zeven af. - Le réveil sonne à six heures et demie du matin. Het alarm gaat af. - L'alarme se déclenche. |
2) iets onhandigs doen dat anderen merken -
gaffer bij het versieren van een meisje afgaan door je verlegenheid - faire des gaffes par timidité en essayant de draguer une fille |
afgaan als een gieter (=heel erg blunderen) - perdre totalement la face
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afgaan (ww.) | chuter (ww.) ; faillir (ww.) ; manquer (ww.) ; rater (ww.) ; se tromper (ww.) ; tourner mal (ww.) |
afgaan | relève du quart ; sonner |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afgaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdalenNL: afstappenNL: bezoekenNL: blunderenNL: een flater slaanNL: falenNL: floppenNL: misgaanNL: mislopenNL: mislukkenUitdrukkingen en gezegdes
NL: laten
afgaan
FR: faire chuterNL: het geweer is niet afgegaan
FR: le fusil a ratéNL: dat gaat hem goed af
FR: il s'en tire bienNL: daar gaat niets van af
FR: on ne saurait le nierNL: er is een knoop van mijn jas afgegaan
FR: un bouton s'est détaché de mon pardessusNL: afgaan op
FR: s'approcher de (quelqu'un), marcher sur (l'ennemi)NL: van zijn vrouw
afgaan
FR: divorcer d'avec sa femmeNL: hij zal er niet van
afgaan
FR: il n'en démordra pas