Vertalingen afgaan NL>ES
afgaan
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑfxan] |
Verbuigingen: | ging af (verl.tijd ) is afgegaan (volt.deelw.) |
1) gaan werken -
sonar De wekker gaat 's morgens om half zeven af. - El despertador suena a las seis y media de la mañana. Het alarm gaat af. - El alarma suena. |
2) iets onhandigs doen dat anderen merken -
quedar en ridículo bij het versieren van een meisje afgaan door je verlegenheid - quedar en ridículo por tu timidez a la hora de seducir a una chica |
afgaan als een gieter (=heel erg blunderen) - hacer un soberano ridículo
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afgaan (ww.) | fallar (ww.) ; salir mal (ww.) ; salir fallido (ww.) ; perderse (ww.) ; meter la pata (ww.) ; irse al traste (ww.) ; irse al carajo (ww.) ; irse al agua (ww.) ; fracasar (ww.) ; faltar (ww.) ; estar en un error (ww.) ; errarse (ww.) ; errar (ww.) ; equivocarse (ww.) ; engañarse (ww.) ; encallar (ww.) ; embarrancar (ww.) ; cometer un error (ww.) |
afgaan | entrega de la guardia ; sonar |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afgaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdalenNL: afstappenNL: bezoekenNL: blunderenNL: een flater slaanNL: falenNL: floppenNL: misgaanNL: mislopenNL: mislukken