Vertalingen bezoeken NL>FR
bezoeken
werkw.
Uitspraak: | [bəˈzukə(n)] |
Verbuigingen: | bezocht (verl.tijd ) heeft bezocht (volt.deelw.) |
naar iemand of iets gaan -
rendre visite à , visiter een brouwerij bezoeken - visiter une brasserie je oom en tante bezoeken - rendre visite à son oncle et à sa tante |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bezoeken (ww.) | aller voir (ww.) ; chercher (ww.) ; consulter (ww.) ; envahir (ww.) ; passer (ww.) ; passer voir (ww.) ; rendre visite (ww.) ; s'informer (ww.) ; visiter (ww.) |
bezoeken | inviter |
Bronnen: interglot; Wikipedia; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `bezoeken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankomenNL: aanwippenNL: afgaanNL: bekijkenNL: frequenterenNL: inlopenNL: langsgaanNL: langskomenNL: op bezoek komenNL: op visite gaan