Vertaal
Naar andere talen: • falen > DEfalen > ENfalen > ES
Vertalingen falen NL>FR

falen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfalə(n)]
Verbuigingen:  faalde (verl.tijd ) heeft gefaald (volt.deelw.)

je doel niet bereiken - échouer
Hij faalde in zijn poging de kampioenstitel te behalen. - Il a échoué dans sa tentative de remporter le titre de champion.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
falen (ww.) avoir l'effet inverse (ww.) ; chuter (ww.) ; échouer (ww.) ; faillir (ww.) ; manquer (ww.) ; rater (ww.) ; se retourner contre (ww.) ; se tromper (ww.) ; tomber en panne (ww.) ; tourner mal (ww.)
Bronnen: Wikipedia; interglot


Voorbeeldzinnen met `falen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgaan
NL: feilen
NL: floppen
NL: misgaan
NL: mislopen
NL: mislukken
NL: ontbreken
NL: stranden
NL: tekortschieten
NL: verkeerd lopen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het falen FR: l'échec (le)