Vertalingen werken NL>ES
werken
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɛrkə(n)] |
Verbuigingen: | werkte (verl.tijd ) heeft gewerkt (volt.deelw.) |
1) taken verrichten -
trabajar Ik heb de hele dag gewerkt, en nu ben ik doodmoe. - Trabajé todo el día, y ahora estoy agotado. werken aan een schilderij - trabajar un cuadro |
zich krom/kapot/rot/de pokken/het schompes/lam werken (=heel hard werken) - darle duro al trabajo
|
2) geld verdienen door werk te doen -
trabajar bij een bank werken - trabajar en un banco |
3) doen waarvoor iets bedoeld is -
funcionar In een lange tunnel werkt het navigatiesysteem niet. - En un túnel largo el sistema de navegación no funciona. |
4) gewenste effect hebben -
actuar De verdoving werkte snel, ik voelde niets meer. - La anestesia actuó rápidamente, ya no sentía nada. |
5) actief zijn -
ser activo/-va Die vulkaan werkt niet meer. - Ese volcán ya no es activo. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
werken (ww.) | proceder (ww.) ; trabajar (ww.) |
het werken | la acción (v) ; la actividad (v) ; la elaboración (v) ; el funcionamiento (m) |
werken | actuar ; alabeo ; funcionar ; machetazo ; pulsación ; trabajar |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `werken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan staanNL: arbeidenNL: beïnvloedenNL: bewegenNL: functionerenNL: handelenNL: levenNL: manipulerenNL: opererenNL: optreden