Vertaal
Naar andere talen: • varen > DEvaren > ENvaren > FR
Vertalingen varen NL>ES

I varen

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [varə(n)]
Verbuigingen:  varens (meerv.)

groene plant met lange bladeren met sporen - helecho (el ~)


II varen

werkw.
Uitspraak:  [varə(n)]
Verbuigingen:  voer (verl.tijd ) heeft gevaren (volt.deelw.)

1) je met een boot over het water bewegen - navegar
op de Noordzee varen - navegar en el mar del Norte

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking ergens wel bij varen
uitdrukking een plan laten varen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
varen (ww.) deslizar (ww.) ; navegar (ww.) ; navegar a la vela (ww.) ; navegar por (ww.) ; pilotar (ww.)
varen (c)el helecho (m)
varen navegación de portiva
Bronnen: interglot; Wikipedia; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `varen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bevaren
NL: het maken
NL: kanoën
NL: lopen
NL: navigeren
NL: zeilen
NL: zwerven