Vertaal
Naar andere talen: • navigeren > DEnavigeren > ENnavigeren > FR
Vertalingen navigeren NL>ES
navigeren (ww.) navegar (ww.) ; navigar (ww.) ; pilotar (ww.) ; volar (ww.)
het navigerenla navegación (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `navigeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bevaren
NL: sturen
NL: varen
NL: vliegtuig besturen