Vertaal
Naar andere talen: • opstappen > DEopstappen > ENopstappen > FR
Vertalingen opstappen NL>ES

opstappen

werkw.
Uitspraak:  ɔpstɑpə(n)]
Verbuigingen:  stapte op (verl.tijd ) is opgestapt (volt.deelw.)

1) weggaan - marcharse
Het wordt tijd dat we weer eens opstappen. - Ya es tiempo que nos marchemos.

2) op een fiets gaan zitten - subirse
Als ik eenmaal rijd gaat het wel, maar opstappen en afstappen vind ik nog moeilijk. - Una vez andando me va bastante bien, pero me cuesta subir y bajar.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opstappen (ww.) irse (ww.) ; irse de viaje (ww.) ; largarse (ww.) ; marcharse (ww.) ; partir (ww.) ; salir (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opstappen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afreizen
NL: bestijgen
NL: gaan
NL: heengaan
NL: opbreken
NL: smeren
NL: vertrekken
NL: verwijderen
NL: weggaan
NL: wegreizen