Vertaal
Naar andere talen: • weggaan > DEweggaan > ENweggaan > FR
Vertalingen weggaan NL>ES

weggaan

werkw.
Uitspraak:  ['wɛxan]
Verbuigingen:  ging weg (verl.tijd ) is weggegaan (volt.deelw.)

naar een andere plaats gaan of verdwijnen - irse
Hoe laat ga je weg? - ¿A qué hora te vas?
De pijn gaat niet weg. - El dolor no se va.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
weggaan (ww.) irse (ww.) ; irse de viaje (ww.) ; largarse (ww.) ; marcharse (ww.) ; partir (ww.) ; salir (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `weggaan`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afgaan
NL: afreizen
NL: ga
NL: gaan
NL: gaat
NL: heengaan
NL: ketsen
NL: ontslag nemen
NL: opbreken
NL: opstappen