Vertalingen knauwen NL>ES
knauwen (ww.) | comer saboreando lentamente (ww.) ; doler (ww.) ; hacer dolor (ww.) ; hacer mal (ww.) ; herir (ww.) ; morder (ww.) ; mordisquear (ww.) ; roer (ww.) ; ronchar (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `knauwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kauwenNL: kluivenNL: knagenNL: pijn bezorgenNL: pijn doenNL: zeer doen