Vertalingen knauwen NL>EN
knauwen (ww.) | to gnaw ; to hurt ; to injure ; to munch ; to nibble ; to peck ; to pick |
knauwen | bite |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `knauwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: kauwenNL: kluivenNL: knagenNL: pijn bezorgenNL: pijn doenNL: zeer doenUitdrukkingen en gezegdes
NL: dat knauwt je
EN: that gets you down