Vertalingen kort NL>ES
kort
bijv.naamw.
1) met een lengte of een duur die niet lang is -
corto/-ta kort haar - pelo corto een kort verslag - un informe conciso De pijn duurde maar kort. - El dolor sólo duró poco tiempo. |
2) deel van de uitdrukking: -
te kort doen (=(iemand) niet geven wat hij of zij verdient) - ser injusto
|
3) deel van de uitdrukking: -
te kort komen (=niet genoeg hebben (van iets)) - faltarse
Ik kom vijf euro te kort. - Me faltan cinco euros.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kort | breve ; conciso ; en resumen ; recapitulado ; resumido ; sucinto ; breve ; corto ; el corto (m) |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Engoi Woordenschatoefeningen
Voorbeeldzinnen met `kort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beknoptNL: bondigNL: eventjesNL: gedrongenNL: neuswarmertje