Vertalingen doek NL>ES
I het doek
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [duk] |
| Verbuigingen: | doeken (meerv.) |
1) textiel -
paño (el ~), trapo (el ~) 2) gordijn op het podium theater -
telón (el ~) | Als het toneelstuk begint, gaat het doek op. - Cuando empieza la obra de teatro, el telón se levanta. |
3) scherm in een bioscoop waarop je de film ziet -
pantalla (la ~) | helden van het witte doek - héroes de la pantalla grande |
II doek
m
| Uitspraak: | [duk] |
| Verbuigingen: | doeken (meerv.) |
stuk stof -
trozo de tela stofdoek - paño para el polvo
zakdoek - pañuelo
een doek om je handen af te drogen - una toalla para secarse las manos
een wollen doek om je schouders doen - ponerse un paño de lana en el hombro. |
 een doekje voor het bloeden
(=iets dat een teleurstelling goed moet maken maar niet echt helpt) - un pretexto
|
| iets uit de doeken doen
(=iets vertellen) - explicar algo con pelos y señales
|
| er geen doekjes om winden
(=duidelijk zeggen wat je wilt) - dejarse de rodeos
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het doek | el lino (m) |
| de doek (m) | el corte de tela (m) ; lapón (znw.) ; el lienzo (m) ; el paño (m) ; la pintura (v) ; la tela (v) ; el telón (m) ; el trapo (m) |
| doek | tejido en pieza ; tela en pieza |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `doek`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: foulardNL: lapNL: schermNL: schilderijNL: schilderingNL: schilderstukNL: tableau
