Vertaal
Naar andere talen: • beëindigen > DEbeëindigen > ENbeëindigen > FR
Vertalingen beëindigen NL>ES

beëindigen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈɛindəxə(n)]
Verbuigingen:  beëindigde (verl.tijd ) heeft beëindigd (volt.deelw.)

een einde maken aan - terminar
de werkzaamheden beëindigen - terminar las actividades

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
beëindigen (znw.)el cierre (m)
beëindigen (ww.) expirar (ww.) ; vencer (ww.) ; ultimar (ww.) ; terminar (ww.) ; separar (ww.) ; parar (ww.) ; llegar (ww.) ; interrumpir (ww.) ; extinguirse (ww.) ; acabar (ww.) ; efectuar (ww.) ; disociar (ww.) ; detenerse (ww.) ; decidirse a (ww.) ; decidir (ww.) ; concluir (ww.) ; completar (ww.) ; acabar de (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `beëindigen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afbreken
NL: afkrijgen
NL: afmaken
NL: afronden
NL: afsluiten
NL: afwerken
NL: completeren
NL: eindigen
NL: forceren
NL: klaarkrijgen