| Uitspraak: | [ˈhorə(n)] |
| Verbuigingen: | hoorde (verl.tijd ) heeft gehoord (volt.deelw.) |
| De borden horen in de kast. - Los platos van en el armario. |
| In een restaurant hoor je met mes en vork te eten. - En un restaurante se come con tenedor y cuchillo. |
Voorbeeldzinnen laden....