Vertalingen horen NL>DE
horen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhorə(n)] |
Verbuigingen: | hoorde (verl.tijd ) heeft gehoord (volt.deelw.) |
1) met je oren waarnemen -
hören de vogels horen zingen - die Vögel singen hören |
niets van zich laten horen (=geen contact opnemen) - nichts von sich hören lassen
Mijn zoon heeft al een tijd niets van zich laten horen. - Mein Sohn hat schon eine Weile nichts mehr von sich hören lassen.
|
Horen en zien vergaat je. (=er is heel veel lawaai) - Dir wird das Hören und Sehen vergehen.
|
Wie niet horen wil, moet voelen. (=wie niet wil gehoorzamen, ondervindt uiteindelijk negatieve gevolgen) - Wer nicht hören will, muss fühlen.
|
2) (van iets of iemand) een vaste plaats hebben -
gehören De borden horen in de kast. - Die Teller gehören in den Schrank. |
3) volgens bepaalde opvattingen moeten -
sich gehören In een restaurant hoor je met mes en vork te eten. - In einem Restaurant gehört es sich, mit Messer und Gabel zu essen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
horen (ww.) | hingehören (ww.) ; zu Ohren kommen (ww.) ; wahrnehmen (ww.) ; vernehmen (ww.) ; sich gehören (ww.) ; sehen (ww.) ; schicken (ww.) ; hören (ww.) ; horchen (ww.) ; gehören (ww.) ; gebräuchlich sein (ww.) ; feststellen (ww.) ; entdecken (ww.) ; dazugehören (ww.) ; beobachten (ww.) ; bemerken (ww.) |
het horen | hören |
horen | Horn |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `horen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhorenNL: behorenNL: bekijkenNL: beluisterenNL: betamenNL: dienenNL: gadeslaanNL: gebruikelijk zijnNL: geluid waarnemenNL: gewaarwordenUitdrukkingen en gezegdes
NL: dat
horen en zien vergaat
DE: daß einem Hören und Sehen vergehtNL: zo mag ik het
horen
DE: das lasse ich mir gefallenNL: van
horen zeggen
DE: vom HörensagenNL: men kan aan hem
horen, het is best te
horen, dat (hij een Duitser is)
DE: man hört es ihm an, daßNL: ik zal eens gaan
horen (hoe het zit)
DE: ich will mal nachfragenNL: naar iemand
horen
DE: auf einen hörenNL: (getuigen)
horen
DE: vernehmenNL: de deskundigen gehoord
DE: nach Anhörung der SachverständigenNL: (die stoel) hoort hier niet (thuis)
DE: gehört nicht hierherNL: hij hoort bij ons
DE: er gehört zu unsNL: dat hoort er zo bij
DE: das gehört zur SacheNL: dat hoort zo
DE: das gehört (das)NL: het hoort niet, dat...
DE: es geziemt sich nicht daß...NL: (een vader) hoort voor zijn kinderen te zorgen
DE: soll für seine Kinder sorgenNL: niet vergeten hoor
DE: vergiß das ja nicht!NL: hoor eens, (dat gaat niet!)
DE: du