stevig

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ˈstevəx]

1) als iets niet gauw kapotgaat - thick, firm, sturdy

een stevige broek kopen om in de tuin te werken - to buy a sturdy pair of pants for work in the garden

2) die of dat nogal groot is - heavy, stiff, hefty

een stevige kerel - a hefty guy stevige benen hebben door het wielrennen - have stiff legs from biking

3) flink - firm, considerable, drastic

een stevige aanpak van de problemen - a firm approach to the matter of... stevige koersdalingen - drastic drop in currency value stevige veranderingen in het beleid willen - to wish to see considerable changes in policy stevig drinken - drink heavily

© K Dictionaries Ltd.

stevig

solid ; well built ; vigorous ; substantial ; sturdy ; strong ; strapping ; stout ; stout ; stiff conversation ; stiff ; stiff ; steady ; staunch ; standing-on ; stable ; robust ; powerfully built ; powerful ; muscular ; hefty ; firm ; burly ; fast ; tight ; stevig ; solid ; secure ; fullness ; fixed ; firmly ; firm

Bronnen: interglot; KNNV Botanical glossary; Wakefield genealogy pages; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aan de maat
NL: behoorlijk
NL: degelijk
NL: ferm
NL: fiks
NL: flink
NL: fors
NL: fysiek sterk
NL: hartig
NL: in hoge mate

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: vigourous US-spelling: vigorous

NL: stevig aanstappen EN: step out briskly
NL: stevig drinken EN: drink hard
NL: houd me stevig vast EN: hold me tight