proef

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[pruf]
Verbuigingen:	proeven (meerv.)

test of onderzoek - test, analysis

proeven doen in een laboratorium - do tests in a laboratory

bloedproef (=onderzoek naar de hoeveelheid alcohol in iemands bloed) - blood work

dierproeven (=onderzoek waarbij het effect van stoffen of ingrepen op dieren wordt getest) - animal testing

iemand op de proef stellen (=beoordelen hoe iemand zich in een lastige situatie gedraagt) - put (someone) to the test

een aanstelling op proef (=een tijdelijke aanstelling tot gebleken is dat je geschikt bent) - try-out period

© K Dictionaries Ltd.

de proef (v)	the examination
de proef (m)	the audition ; the experiment ; the test
de proef	the trial
proef	attempt ; control ; docimasia ; inspection ; inspection test ; manipulation ; sample ; specimen ; test ; testing ; trial

Bronnen: Diving dictionary; interglot; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB




NL: auditie
NL: beproeving
NL: bewijs
NL: drukproef
NL: examen
NL: experiment
NL: goudmerk
NL: onderzoek
NL: pilot
NL: probeersel

NL: proeve van bewerking EN: specimen page
NL: proeven van bekwaamheid afleggen EN: pass a proficiency test
NL: de proef doorstaan EN: stand the test
NL: de proef op de som maken EN: do the proof
NL: dat is de proef op de som EN: that settles it
NL: een proef ermee nemen EN: give it a trial, try-out
NL: proeven nemen EN: experiment
NL: op proef EN: on trial, on probation
NL: op de proef stellen EN: put to the test, tax, try (strength)