manier

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ma'nir]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

hoe je iets doet of hoe iets gebeurt - manner, fashion, way

zeven manieren om de kerstboom te versieren - seven ways to decorate a Christmas tree

dat is geen manier van doen (=dat is erg onbeleefd) - that's not the way to do it

© K Dictionaries Ltd.

manier (ww.)	to conduct
de manier	the bearing ; the behaviour ; the course ; the demeanour ; the deportment ; the fashion ; the manner ; the way ; the way of behaving
manier	mode ; way of talking

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Trueterm




NL: gebruik
NL: gedrag
NL: gedragswijze
NL: gekunsteldheid
NL: handelwijze
NL: methode
NL: optreden
NL: procedure
NL: trant
NL: wijs

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: behaviour US-spelling: behavior

NL: manier van doen EN: manner
NL: dat is geen manier van doen EN: that is not the way to treat a person
NL: op deze manier EN: in this way
NL: op zijn manier EN: after his fashion
NL: op alle mogelijke manieren EN: in every possible way
NL: op de een of andere manier EN: one way or (an)other, somehow
NL: o, op zo'n manier EN: ah, I see what you mean