Vertaal
Naar andere talen: • lijn > DElijn > ESlijn > FR
Vertalingen lijn NL>EN

lijn

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [lɛin]
Verbuigingen:  -en (meerv.)

1) reeks punten aan elkaar op een rechte rij - line
een rechte lijn - a straight line
twee evenwijdige lijnen snijden elkaar nooit - two parallel lines never cross
netjes tussen de lijntjes schrijven - write clearly between the lines
uitdrukking één lijn trekken
uitdrukking De verkoopcijfers vertonen een stijgende lijn.

2) traject in het openbaar vervoer - public service
lijndienst - service line
Lijn 7 wordt omgeleid. - Service line 7 is rerouted.

3) telefoonverbinding - line, telephone connection
iemand aan de lijn hebben - be engaged in a telephone conversation
Ik versta je nauwelijks, de lijn is erg slecht. - I almost don't hear you, the line is really bad.

4) stevig touw of draad - rope, lead, leash
vislijn - fishing line
Honden aan de lijn! - Dogs on a leash!
uitdrukking aan het lijntje houden

5) deel van de uitdrukking:
uitdrukking aan de lijn doen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de lijnthe wrinkle ; the stripe ; the scratch ; the rule ; the line ; the leash ; the leading strings ; the bridle
lijn shipping line ; transport way connection ; transmission line ; trace ; string ; slim figure ; alignment ; ruler ; rule ; rope ; pedigree ; main line ; line ; lashing ; cord ; circuit ; bus ; blow-line ; bloodline
Bronnen: interglot; KDE opensourcesoftware; Download IATE, European Union, 2017.; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org; kde.nl/node/386; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `lijn`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: grens
NL: groef
NL: haal
NL: huidrimpel
NL: ketting
NL: lei
NL: linie
NL: regel
NL: riem
NL: rimpel

Alternatieve spelling of gebruik
Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt.
In UK-Engels gebruikt men `queue`
In US-Engels gebruikt men `line`
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: lijn acht EN: (van bus) number eight
NL: de grote lijnen EN: the main lines
NL: de lijn trekken EN: slack, malinger, (spreektaal) swing the lead, snurge
NL: één lijn trekken EN: pull together
NL: een vaste lijn volgen EN: pursue a steady course
NL: dat ligt niet in mijn lijn EN: that is not in my line
NL: op één lijn met EN: in line with
NL: op één lijn staan met EN: (figuurlijk) be on a par (a level) with
NL: Iemand op één lijn stellen met EN: rank a person with
NL: over de hele lijn EN: all along the line