maken

werkw.

Uitspraak:	['makə(n)]
Verbuigingen:	maakte (verl.tijd ) heeft gemaakt (volt.deelw.)

1) (iets dat nog niet bestond) laten ontstaan - make

een tekening maken - make a drawing winst maken - make a profit veel lawaai maken - make a lot of noise

2) (iets dat kapot is) zorgen dat het weer heel is - make, tailor, fix

De klok is weer gemaakt. - The clock is fixed again.

3) deel van de uitdrukking:

het gemaakt hebben (=veel succes hebben) - have it made

je hebt het ernaar gemaakt (=het komt door je eigen gedrag (dat er iets vervelends gebeurt)) - you had it coming!

(=<begroeting>) - How do you do?

Dat kun je niet maken! (=dat is niet zoals het hoort, dat is onbeleefd) - That's just not done!

te maken hebben met iets of iemand (=met iemand iets samen moeten doen of van iemand afhankelijk zijn) - have to do with something / get stuck with someone We hadden met een erg onervaren onderhandelaar te maken. - We were faced with a man, inexperienced in the art of negotiation.

© K Dictionaries Ltd.

maken (ww.)	to model ; to err ; to fabricate ; to fix ; to form ; to frighten ; to invent ; to knead ; to make ; to manufacture ; to massage ; to mend ; to deteriorate ; to mould ; to obviate ; to prepare ; to produce ; to producing ; to repair ; to restore ; to shape ; to smoothen ; to tailor ; to design ; to deride ; to create ; to construct ; to conceptualize
het maken	the fabrication ; the creating ; the making ; the manufacturing ; the preparation ; the production ; the repairing
maken	achieve ; write ; perform ; get ; expose ; do ; develop ; compose ; cause ; act

Bronnen: interglot; MWB; Wikipedia; Wakefield genealogy pages




NL: aanmaken
NL: creëren
NL: doen
NL: fabricage
NL: fabriceren
NL: fiksen
NL: goedmaken
NL: halen
NL: herstellen
NL: in het leven roepen

Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: conceptualise US-spelling: conceptualize

NL: Iemand aan 't lachen maken EN: make a person laugh
NL: sommen (thema's) maken EN: do sums (exercises)
NL: een foto maken EN: take a photograph
NL: hoe maak je het? EN: how are you (keeping)?
NL: ik maak het goed EN: I'm (doing) well
NL: ik hoop dat je het goed maakt EN: I hope all goes well with you
NL: ik zal het wel goed met haar maken EN: I'll make it all right with her
NL: ik maak het niet lang meer EN: I won't last much longer
NL: hij kan je maken en breken EN: he can make mince-meat of you EN: he can run (make) rings round you
NL: je hebt het er naar gemaakt EN: you have only yourself to blame
NL: hij kan me niets maken EN: he cannot touch me
NL: wat heeft zij ermee te maken EN: where does she come in?
NL: daar heb ik niets mee te maken EN: that's none of my business, I've nothing to do with that
NL: je hebt hier niets te maken EN: you have no business here
NL: ik wil niets meer met hem te maken hebben EN: I'm through with him
NL: ik wil niets meer met die zaak te maken hebben EN: I wash my hands of the whole affair
NL: maak dat je wegkomt EN: get out
NL: maak dat hij het niet ziet EN: take care that he does not see it
NL: het maakt niets uit EN: it makes no difference, it does not matter
NL: Iemand tot koning maken EN: make a person king
NL: we moeten ervan maken wat we kunnen EN: