Vertalingen benemen NL>EN
benemen (ww.) | to pilfer ; to take away ; to take ; to steal ; to snitch ; to snatch ; to rob ; to purloin ; to pinch ; to nick ; to make off with ; to go thieving ; to filch ; to expropriate ; to collar ; to cadge |
het benemen | the swipe |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `benemen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: inpikkenNL: leegstelenNL: ontfutselenNL: ontnemenNL: plunderenNL: rovenNL: snaaienNL: verdonkerenNL: vervreemdenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `nick` In US-Engels gebruikt men `steal` |
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: het benam mij alle lust om te gaan
EN: it deprived me of any desire to goNL: de moed
benemen
EN: disheartenNL: het uitzicht
benemen
EN: obstruct the view