1. MWB
  2. Vertalen
  3. opvangen (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • opvangen > EN • opvangen > ES • opvangen > FR
Vertalingen opvangen NL>DE

opvangen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɔpfɑŋə(n)]
Verbuigingen:  ving op (verl.tijd ) heeft opgevangen (volt.deelw.)

1) (iets dat valt of zweeft) in je handen pakken - auffangen
Ze struikelde, maar ik kon haar gelukkig opvangen. - Sie stolperte, aber ich konnte sie glücklicherweise auffangen.

2) (een bericht of nieuwtje) horen - aufschnappen
Ik ving toevallig iets op over plannen om te verhuizen. - Ich schnappte zufällig etwas über die Umzugspläne auf.

3) (iemand die mogelijk problemen heeft) helpen - auffangen , betreuen
Ze werd na de overval goed opgevangen door een vrouwelijke agent. - Nach dem Überfall wurde sie von einer Polizistin gut aufgefangen.
De delegatie werd op de luchthaven opgevangen door een medewerker van de ambassade. - Die Delegation wurde auf dem Flughafen von einem Mitarbeiter der Botschaft empfangen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opvangen (ww.) aufschnappen (ww.) ; zuvorkommen (ww.) ; unterschlagen (ww.) ; Unterkunft geben (ww.) ; kassieren (ww.) ; einziehen (ww.) ; eintreiben (ww.) ; einkassieren (ww.) ; einfordern (ww.) ; auffangen (ww.) ; annehmen (ww.) ; ainnehmen (ww.) ; abfangen (ww.)
opvangen Abfangen des Niederschlags ; Interzeption ; der Fang ; eine Sendung mithören ; Absaugung
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `opvangen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afvangen
NL: helpen
NL: horen
NL: iets verduren
NL: incasseren
NL: onderscheppen
NL: ondervangen
NL: onderweg opvangen
NL: opnemen
NL: registreren