Vertalingen incasseren NL>DE
incasseren
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪŋkɑserə(n)] |
Verbuigingen: | incasseerde (verl.tijd ) heeft geïncasseerd (volt.deelw.) |
1) (geld) ontvangen -
einkassieren , einsacken miljoenen euro's incasseren met een succesvol product - Millionen Euro mit einem erfolgreichen Produkt einkassieren |
2) (iets naars) moeten verdragen -
einkassieren een zware teleurstelling incasseren - eine schwere Enttäuschung einkassieren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
incasseren (ww.) | einfordern (ww.) ; einkassieren (ww.) ; einlösen (ww.) ; eintreiben (ww.) ; einziehen (ww.) ; Geld einziehen (ww.) ; kassieren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `incasseren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: geld in ontvangst nemenNL: iets verdurenNL: innenNL: opvangen