Vertalingen zuinig NL>DE
zuinig
bijv.naamw.
1) als je weinig geld uitgeeft -
sparsam zuinig leven - sparsam leben |
zuinig zijn op (=voorzichtig zijn met (iets)) - etwas schonen
|
2) (van iets) als het weinig van iets verbruikt -
sparsam een zuinige motor - ein sparsamer Motor |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zuinig | sparsam ; wirtschaftlich ; ökonomisch ; kraftstoffsparend |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zuinig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dorNL: economischNL: lekNL: nauwNL: sipNL: smalNL: soberNL: spaarzaamNL: uitgedroogdNL: voordeligUitdrukkingen en gezegdes
NL: zuinige huisvrouw
DE: sparsame Hausfrau, wirtschaftliche FrauNL: hij is
zuinig
DE: (ook) er sieht den Pfennig anNL: zuinig met (op) zijn woorden zijn
DE: sparsam mit den Worten sein, mit den Worten sparen, wortkarg seinNL: zuinig op zijn spullen zijn
DE: seine Sachen, seine Kleider schonenNL: zuinig op de tijd zijn
DE: mit der Zeit geizen, kargenNL: zuinig kijken
DE: verdrießlich dreinschauen