Vertalingen zij NL>DE
I zij
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [zɛi] |
Verbuigingen: | zijden (meerv.) |
zijkant van je lichaam -
Seite (die ~) steken in je zij voelen als je hardgelopen hebt - Seitenstiche spüren, wenn man gejoggt hat |
II zij
pronoun
1) <dit zeg je als je het over een vrouw hebt>
-
sie Zij heeft het hele stuk in haar eentje gereden. - Sie ist das ganze Stück allein gefahren. |
2) <dit zeg je als je het over twee of meer mensen of dingen hebt>
-
sie Zij hebben twee kinderen. - Sie haben zwei Kinder. De meeste van mijn collega's hebben geen auto. Zij komen altijd op de fiets. - Die meisten meiner Kollegen haben kein Auto. Sie kommen immer mit dem Fahrrad. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de zij (v) | die Seite |
de zij | diejenigen die (znw.) ; die Kante ; der Rand ; die Seide ; die Seite ; sie ; sie |
zij | Seide ; Seite |
Bronnen: interglot; Wiktionary; mwb; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `zij`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: declamatorNL: declamatriceNL: grootspreeksterNL: kantNL: meisjeNL: vrouwelijkNL: zeNL: zegtNL: zijdeUitdrukkingen en gezegdes
NL: zij, die (zo iets doen)
DE: diejenigen, dieNL: zij spek
DE: SpeckseiteNL: op
zij leggen, beiseitelegen, (geld voor iets) zurücklegen, (opsparen) auf die Seite legen
DE: ersparenNL: (hij heeft) wat op
zij gelegd
DE: sich etwas auf die Seite gelegtNL: op
zij schuiven
DE: beiseiteschieben, (gordijn, ook) zurückschieben, (iemand figuurlijk, ook) zur Seite schiebenNL: op
zij gaan
DE: zur Seite gehen, treten, (uit de weg) beiseitegehen, auf die Seite gehenNL: ga op
zij
DE: geh auf die Seite, beiseite, aus dem Weg!NL: (de sabel) op
zij dragen
DE: an der Seite tragenNL: v. op
zij (aankijken)
DE: von der Seite