Vertaal
Naar andere talen: • wisselen > ENwisselen > ESwisselen > FR
Vertalingen wisselen NL>DE

wisselen

werkw.
Uitspraak:  [ˈwɪsələ(n)]
Verbuigingen:  wisselde (verl.tijd ) heeft gewisseld (volt.deelw.)

het ene geven voor het andere - wechseln , tauschen , umtauschen
van baan wisselen - die Arbeitsstelle wechseln
dollars voor euro's wisselen - Dollars in Euros umtauschen
uitdrukking (tanden) wisselen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
wisselen (ww.) abwechseln (ww.) ; eintauschen (ww.) ; einwechseln (ww.) ; umtauschen (ww.) ; umwandeln (ww.) ; umwechseln (ww.) ; umändern (ww.) ; variieren (ww.) ; vertauschen (ww.) ; verwechseln (ww.) ; verändern (ww.) ; wechseln (ww.) ; ändern (ww.)
wisselen tauschen ; Wechsel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `wisselen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afwisselen
NL: inwisselen
NL: omruilen
NL: omwisselen
NL: ruilen
NL: uiteenlopen
NL: variëren
NL: veranderen
NL: vermaken
NL: verruilen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: v. plaats, van paarden wisselen, den Platz DE: die Pferde wechseln
NL: v. gedachten wisselen DE: Gedanken austauschen DE: (geld) wechseln
NL: (heb je kleingeld? ik kan niet) wisselen DE: herausgeben