Vertalingen wisselen NL>ES
wisselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈwɪsələ(n)] |
Verbuigingen: | wisselde (verl.tijd ) heeft gewisseld (volt.deelw.) |
het ene geven voor het andere -
cambiar van baan wisselen - cambiar de trabajo dollars voor euro's wisselen - cambiar dólares en euros |
(tanden) wisselen (=je melkgebit verliezen en er een volwassen gebit voor in de plaats krijgen) - cambiar de dientes
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
wisselen (ww.) | escorar (ww.) ; variar (ww.) ; vacilar (ww.) ; titubear (ww.) ; serpentear (ww.) ; renguear (ww.) ; mecerse (ww.) ; intercambiar (ww.) ; hacer eses (ww.) ; fluctuar (ww.) ; diferir (ww.) ; dar bandazos (ww.) ; columpiarse (ww.) ; canjear (ww.) ; cambiar (ww.) ; bambolearse (ww.) ; arrojar (ww.) |
wisselen | cambio ; inversión |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `wisselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afwisselenNL: inwisselenNL: omruilenNL: omwisselenNL: ruilenNL: uiteenlopenNL: variërenNL: veranderenNL: vermakenNL: verruilen